Ga naar de inhoud

Iedereen al wakker?

Naar goede gewoonte kwam onze oud-collega Ludwig Rost ook dit schooljaar op bezoek. Gedurende 2 gastlessen gaf hij een diepgaande analyse over enerzijds gender en anderzijds over woke. Maatschappelijk heikele thema’s die voldoende aandacht én een grondige analyse verdienen. In het kader van de gastles rond gender schreef hij ook de onderstaande inspiratietekst…  

In elke samenleving is er een ongelijke verdeling van (politieke) macht, economische middelen, status. Maar er is ook een ongelijke behandeling van mensen op basis van o.a. de maatschappelijke positie en leefstijl. Kijken we in verband met een ongelijke behandeling van mensen naar België dan zien we een vooruitgang i.v.m. vb. racisme. Toen ik jong was hadden sommige café’s een bord aan de ingang met de tekst: “Verboden voor vreemdelingen”. Nu kan dit niet meer, maar toch ondervinden sommige jongeren dat het niet vanzelfsprekend is om overal binnen te mogen. Iedereen heeft toegang tot de woningmarkt, maar toch ondervinden sommigen dat zij niet gelijk worden behandeld. De arbeidsmarkt vraagt om werkkrachten, maar toch ondervinden sommigen dat ze geen kans krijgen om zich te bewijzen. Ze worden op voorhand uitgesloten op basis van hun naam, van hun huidskleur. Nochtans hebben ze niet gekozen voor die naam, voor die huidskleur.

Als we het hebben over toegang tot openbare gebouwen en tot werk kunnen we een gelijkaardig verhaal vertellen over mensen met een beperking. Hoe vaak zijn gebouwen ontoegankelijk voor vb. rolstoelgebruikers? Hoe moeilijk is het om het openbaar vervoer te nemen?

Op onze school is er heel wat aandacht voor diversiteit. Er zijn waardevolle projecten zoals de dag van de diversiteit, de dag tegen racisme en de dag tegen homo- en transfobie. Aandacht hebben voor mensen die er anders uitzien, of die zich anders gedragen kan alleen maar worden toegejuicht. In het kader hiervan is er dus ook aandacht voor gender. 

Piet Hoebeke (Gender in de Blender) helpt ons om meer zicht te krijgen op onze seksuele identiteit. Hij spreekt van een mengpaneel met schuivers voor elk onderdeel. Een seksuele identiteit bestaat namelijk uit 5 elementen. Elk onderdeel bevindt zich op de schuiver ergens tussen man en vrouw, behalve de laatste die zich bevindt tussen + en -. 

Er is het biologisch geslacht. Dit is hoofdzakelijk binair d.w.z. man – vrouw, maar er is een kleine groep die geboren wordt met beide geslachtskenmerken. Vroeger werden ze omschreven als hermafrodiet maar vandaag noemen we dit intersekse. De Griekse mythe van hermaphroditus maakt duidelijk dat dit al altijd bestond en werd waargenomen. In België worden dagelijks zo’n 5 baby’s geboren die intersekse zijn. 

De genderidentiteit ontstaat in de hersenen. Ik voel me man of ik voel me vrouw. Soms ontstaat er een probleem als het biologisch geslacht niet overeenkomt met de genderidentiteit. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de geslachtskenmerken ontstaan rond 10 weken na de bevruchting en dat de hersenen, die zich later in de zwangerschap ontwikkelen, via hormonen in een andere richting gaan dan het geslacht.

Hoe we gender uiten, hoe we ons laten zien aan de buitenwereld noemen we genderexpressie. Op wie we verliefd worden, met wie we seks willen valt onder seksuele voorkeur. Dit kan op iemand van hetzelfde geslacht zijn, op iemand van het andere geslacht of op beide. Een eenduidige verklaring hiervoor die sluitend is, is er nog niet. Vaak wordt beweerd dat homoseksueel gedrag niet natuurlijk is. Maar bij de bonobo’s bvb. maakt het niet uit met wie ze seks hebben. Daarnaast wordt homoseksueel gedrag bij zo’n 1500 soorten in de dierenwereld waargenomen.

We eindigen met de seksuele interesse. Hoeveel zin in seks heeft iemand. Het libido is verschillend van mens tot mens en kan ook tijdens een levensloop wijzigen. Sommigen zijn hyperseksueel (denk aan de beroemde onjuiste uitspraak dat mannen om de 7 seconden aan seks denken) anderen zijn aseksueel. Ze hebben geen zin in seks. Dit kan vanuit henzelf komen, of worden opgelegd door vb. een functie als priester in de RK kerk.

Frans de Waal laat in zijn laatste boek (Gender door de ogen van een primatoloog) zien hoe we bij het nadenken over gender niet mogen voorbij gaan aan het biologische aspect, de biologische grondslag van gender. Gender is cultureel bepaald, maar heeft ook een biologische basis. Als we de ander zien als mens, als we de ander in de ogen kijken, als we het gelaat van de ander zien, kunnen we misschien de stap zetten naar een verdraagzame maatschappij waarin we leven in een gezamenlijke betrokkenheid op deze samenleving met respect voor elkaar, waarin we verantwoordelijk zijn voor elkaar en innovatief samenwerken. We kiezen niet voor een bepaalde huidskleur, voor een beperking, voor een gender (hier moeten we weliswaar genuanceerd zijn voor bepaalde aspecten van gender). We kiezen er duidelijk niet voor om ongelijk behandeld te worden. De mens is bij uitstek een sociaal wezen. We kiezen er wel voor om samen te leven. Laten we dat laatste vooral doen en proberen er het beste van te maken door elkaar in de ogen te kijken en dan te handelen.